Gezondheidsgegevens per gemeente, wijk en buurt obv de gezondheidsmonitor van het RIVM

Hoe staat het met de volksgezondheid en zorg in Nederland en wat zijn de verschillen per gemeente, wijk en buurt?

Daarover geven de cijfers in de datasets uit de gezondheidsmonitor een beeld. Op AlleCijfers vind je de resultaten uit de gezondheidsmonitor op de pagina met alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor en op de regionale pagina's met meer dan 100 onderwerpen (waaronder die uit de gezondheidsmonitor) voor Nederland, per provincie, gemeente, wijk en buurt. Via de webiste van OpenInfo.nl kan de data uit de gezondheidsmonitor ook in handige Excel documenten gedownload worden. Er zijn 2 datasets gebruikt voor de pagina's op AlleCijfers.nl en voor de Excel downloads: de eerste dataset is gebaseerd op gegevens uit de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen van 2016 en met ruim 457.000 respondenten. De tweede dataset betreft de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020 van GGD’en, CBS en RIVM. De netto steekproefomvang voor de data uit 2020 bedraagt bijna 540.000 personen.

Gezondheidsmonitors zijn grootschalige vragenlijstonderzoeken die door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met de Gemeentelijke / Gewestelijke Gezondheidsdiensten (GGD'en) en het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS worden georganiseerd. De Gezondheidsmonitors bieden een overzicht van de gezondheid, sociale situatie en leefstijl van de Nederlandse bevolking. Hiervoor verzamelen GGD’en elke vier jaar lokale, regionale en landelijke cijfers over deze aspecten in een vragenlijstonderzoek.

Tabel met definities van alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor:

Definities van alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor data van het RIVM per gemeente, woonplaats, wijk en buurt. Bekijk de definities per onderwerp in onderstaande tabel:

OnderwerpCategorieDefinitie
Voldoet aan alcoholrichtlijnAlcoholgebruikPercentage personen van 18 jaar of ouder dat geen of maximaal een glas alcohol per dag drinkt.
DrinkerAlcoholgebruikPercentage personen van 18 jaar of ouder dat wel eens alcohol drinkt.
Zware drinkerAlcoholgebruikPercentage personen van 18 jaar of ouder dat minstens 1 keer per week ten minste vier (voor vrouwen) en zes (voor mannen) glazen alcohol op één dag drinkt.
Overmatige drinkerAlcoholgebruikPercentage personen van 18 jaar of ouder dat per week meer dan 14 glazen (voor vrouwen) en 21 (voor mannen) glazen alcohol drinkt.
OndergewichtGewichtPercentage personen van 18 jaar of ouder met een BMI van minder dan 18 5 kg/m2 gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De body mass index (BMI) is gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht. De BMI is de meest gebruikte maat om onder- of overgewicht te definiëren. Het is het quotiënt van het gewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2].
Normaal gewichtGewichtPercentage personen van 18 jaar of ouder met een BMI vanaf 18 5 tot 25 0 kg/m2.
OvergewichtGewichtPercentage personen van 18 jaar of ouder met een BMI van 25 0 kg/m2 en hoger.
Ernstig overgewichtGewichtPercentage personen van 18 jaar of ouder met een BMI van 30 0 kg/m2 en hoger.
RokerRokenPercentage personen van 18 jaar of ouder dat de vraag ”Rookt u weleens?” beantwoordt met ’ja’ exclusief elektronische sigaretten.
Voldoet aan beweegrichtlijnSporten en bewegenPercentage personen van 18 jaar of ouder dat voldoet aan de beweegrichtlijn. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 150 minuten per week matig intensieve inspanning te verrichten verspreid over diverse dagen zoals wandelen en fietsen en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen. Voorkom veel stilzitten. In de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020 is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health enhancing physical activity (SQUASH) opgenomen. Deze vragenlijst is ontwikkeld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie duur en intensiteit van de diverse deelvormen van lichamelijke activiteit.
Wekelijkse sportersSporten en bewegenPercentage personen van 18 jaar of ouder dat minimaal 1 keer per week aan sport doet.
Lopen en/of fietsen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week lopend en/of fietsend naar school of werk gaat.
Lopen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week lopend naar school of werk gaat.
Fietsen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week fietsend naar school of werk gaat.
Goed/zeer goed ervaren gezondheidLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met antwoordcategorie ’zeer goed’ of ’goed’ op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand.
Eén of meer langdurige aandoeningenLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met de antwoordcategorie ’ja’ op de vraag: Heeft u één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer.
Beperkt vanwege gezondheidLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft (ernstig) beperkt te zijn in het dagelijks leven vanwege problemen gezondheid (de antwoord categorie ’ernstig beperkt’ of ’wel beperking maar niet ernstig’ op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen).
Ernstig beperkt vanwege gezondheidLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft ernstig beperkt te zijn in het dagelijks leven vanwege problemen gezondheid (de antwoord categorie ’ernstig beperkt’ op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen. ).
Langdurige ziekte en beperktLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft een langdurige ziekte te hebben én dat aangeeft beperkt te zijn vanwege problemen met de gezondheid. De internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Dit is een internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking.
GehoorbeperkingLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in horen (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat).
GezichtsbeperkingLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen).
MobiliteitsbeperkingLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg bijvoorbeeld een volle boodschappentas 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok).
Eén of meer lichamelijke beperkingenLichamelijke gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder met minstens één beperking op het gebied van horen zien of mobiliteit (functioneringsproblemen). Er zijn 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen. Een persoon heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met ’kan niet’ of ’met grote moeite’ antwoordt. Vragen: Gehoorbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat). Gezichtsbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen). Mobiliteitsbeperking: grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg bijvoorbeeld een volle boodschappentas 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok).
Matig/hoog risico op angst of depressiePsychische gezondheidHet hebben van een matig of hoog risico op een angststoornis of depressie onder personen van 18 jaar en ouder. Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Altijd’; 2 ’Meestal’; 3 ’Soms’; 4 ’Af en toe’; 5 ’Nooit’ 9 ’onbekend’ Bij antwoord 1 ’altijd’ krijg je in dit geval de hoogste score 5 bij antwoord 5 ’nooit’ krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items missing krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 items missing wordt de waarde geïmputeerd obv de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie.
Hoog risico op angst of depressiePsychische gezondheidPercentage van 18 jaar of ouder met een hoog risico op een angststoornis of depressie/ Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Altijd’; 2 ’Meestal’; 3 ’Soms’; 4 ’Af en toe’; 5 ’Nooit’ 9 ’onbekend’ Bij antwoord 1 ’altijd’ krijg je in dit geval de hoogste score 5 bij antwoord 5 ’nooit’ krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items Impossible krijgt de indicator de waarde Impossible. Bij 1 of 2 items Impossible wordt de waarde geïmputeerd o.b.v. de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie. Indicator code: GGADA203 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
(Heel) veel stress in afgelopen 4 wekenPsychische gezondheidPercentage personen van 18 jaar of ouder dat de afgelopen 4 weken (heel) veel stress heeft ervaren.
EenzaamEenzaamheidPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: ”Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u zoals u de laatste tijd bent van toepassing is?” met de toelichting ”U kunt antwoorden met nee min of meer ja”. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ”Ik mis een echte goede vriend of vriendin”. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ”Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht”. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen. Indicator code: GGEES217 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
Ernstig/zeer ernstig eenzaamEenzaamheidPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich ernstig eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: ”Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u zoals u de laatste tijd bent van toepassing is?” met de toelichting ”U kunt antwoorden met nee min of meer ja”. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ”Ik mis een echte goede vriend of vriendin”. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ”Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht”. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen. Indicator code: GGEES209 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
Emotioneel EenzaamEenzaamheidPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich emotioneel eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen.
Sociaal EenzaamEenzaamheidPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich sociaal eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”.
Matig/veel regie over eigen levenOverigHet percentage personen van 18 jaar en ouder dat matig of veel regie over eigen leven ervaart. Dit is gebaseerd op een 7-tal stellingen. Vragenlijst: Deze indicator is gebaseerd op een vraag met 7 stellingen. De antwoorden worden samengevat in een score tussen de 7-35. 7 t/m 19: onvoldoende eigen regie 20 t/m 35: matig of veel regie over eigen leven. Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Helemaal mee eens’; 2 ’Meestal’; 3 ’Niet mee eens niet mee oneens’; 4 ’Niet mee eens’; 5 ’Helemaal mee oneens’. Bij antwoord 1 ’Helemaal mee eens’ krijg je in dit geval de laagste score 1 bij antwoord 5 ’Helemaal mee oneens’ krijgt de hoogste score 5. Het betreft de volgende stellingen: Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen Ik voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven. Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben. Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af Ik kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet.
Moeite met rondkomenOverigPercentage personen van 18 jaar of ouder dat moeite heeft met rondkomen.
Ernstige geluidhinder door burenOverigPercentage personen van 18 jaar en ouder dat ernstige geluidhinder ervaart door buren.
VrijwilligerswerkHulp aan anderenPercentage personen van 18 jaar of ouder dat de vraag ”Doet u vrijwilligerswerk? Hieronder wordt verstaan: werk dat in georganiseerd verband (bijvoorbeeld sportvereniging kerkbestuur school) onbetaald wordt uitgevoerd” met ’ja’ beantwoordt.
MantelzorgerHulp aan anderenPercentage personen van 18 jaar of ouder dat mantelzorg geeft. De mantelzorg moet daarbij al minimaal 3 maanden duren of het moet gaan om minimaal 8 uur zorg per week. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.
Mantelzorg ontvangen afg 12 mnd (65+)Hulp aan anderenAlleen beschikbaar in de gezondheidsmonitor uit 2016: Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt of heeft ontvangen in de afgelopen 12 maanden. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.
Mantelzorg ontvangen nu (65+)Hulp aan anderenAlleen beschikbaar in de gezondheidsmonitor uit 2016: Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.

Advertentie:

Achtergrond informatie bij de tabel:

De gebruikte dataset bevat geschatte percentages over indicatoren gerelateerd aan gezondheid, sociale situatie en leefstijl op gemeente-, wijk- en buurtniveau. Omdat er vaak te weinig respondenten per wijk of buurt zijn, is dit door het RIVM gedaan op basis van een modelberekening, de zogenaamde kleine-domeinschattingen. Het kan voorkomen dat de cijfers afwijken van cijfers op basis van de gezondheidsmonitor, die elders worden gepresenteerd. Dit omdat ze volgens een andere methode berekend zijn. Voor de alle onderwerpen geldt dat de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.

De respons op de gezondheismonitors verschilde sterk naar regio en naar leeftijdsgroep (volwassenen versus ouderen). De steekproefomvang verschilde sterk tussen de GGD’en en ook binnen GGD-regio’s zijn soms per deelgebied (bijvoorbeeld wijken of buurten) verschillende steekproeffracties gebruikt. Dit is gedaan om ook uitspraken te kunnen doen op bijvoorbeeld wijkniveau en om ook onder moeilijk bereikbare groepen voldoende aantallen respondenten te behalen. In de monitor uit 2016 zijn personen vanaf 19 jaar meegenomen, in de monitor uit 2020 zijn dit personen vanaf 18 jaar. In de definities is steeds sprake van 18 jaar of ouder, voor de data uit 2016 moet hier 19 jaar of ouder gelezen worden.

De gegevens zijn beschikbaar per regio (Nederland, provincie, gemeente, wijk en buurt). Hierbij zijn de gegevens omgerekend naar de meeste recente gemeentelijke indeling.

Bron: SMAP-data RIVM i.s.m. GGD'en; gebaseerd op de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 en 2020 van GGD'en, CBS en RIVM.

Tabelgebruik:

  • Zoek in de tabel met het zoekveld rechts bovenin de tabel. De rijen van de tabel worden hiermee gefilterd zodat alleen rijen waar de zoekterm in voorkomt getoond worden.
  • Sorteer de inhoud van de tabel door op de kolomtitels te klikken.
  • Blader door de tabel met de knoppen rechtsonder de tabel.
  • Op kleine schermen: Verschuif de tabel horizontaal om alle kolommen te zien (de 1e kolom blijft vast in beeld staan).
Bronnen
Logo van het RIVM als belangrijke partij bij de publicatie van de gezondheidsmonitors. Het RIVM maakt voor de publicatie van data gebruik van de APIs van het CBS. Deze pagina bevat een tabel met de definities  van de onderwerpen uit de gezondheidsmonitors.

Logo van het RIVM als belangrijke partij bij de publicatie van de gezondheidsmonitors. Het RIVM maakt voor de publicatie van data gebruik van de APIs van het CBS. Deze pagina bevat een tabel met de definities van de onderwerpen uit de gezondheidsmonitors.

Interessant? Blijf op de hoogte!

Ontvang een e-mail als de informatie is bijgewerkt. Maximaal 2 per jaar en niets anders dan dat.

Inschrijven
Bedankje voor "alle cijfers"

Jouw steun in de vorm van een donatie (bijvoorbeeld voor een kopje koffie) of het verder bekend maken van AlleCijfers door deze pagina met anderen te delen is van harte welkom!

Inspireer anderen en deel deze pagina:
Deel deze pagina: