Daarover geven de cijfers in deze dataset een beeld. De dataset is gebaseerd op gegevens uit de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen van 2016 en met ruim 457.000 respondenten. Gezondheidsmonitors zijn grootschalige vragenlijstonderzoeken die door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met de Gemeentelijke / Gewestelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en) en het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS worden georganiseerd. De Gezondheidsmonitors bieden een overzicht van de gezondheid, sociale situatie en leefstijl van de Nederlandse bevolking. Hiervoor verzamelen GGD’en elke vier jaar lokale, regionale en landelijke cijfers over deze aspecten in een vragenlijstonderzoek.
De gebruikte dataset bevat geschatte percentages over indicatoren gerelateerd aan gezondheid, sociale situatie en leefstijl op wijk- en buurtniveau. Omdat er vaak te weinig respondenten per wijk of buurt zijn, is dit door het RIVM gedaan op basis van een modelberekening, de zogenaamde kleine-domeinschattingen. Het kan voorkomen dat de cijfers afwijken van cijfers op basis van de Gezondheidsmonitor 2016, die elders worden gepresenteerd. Dit omdat ze volgens een andere methode berekend zijn. Voor de alle onderwerpen geldt dat de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting. Voor de onderwerpen in de categorie lichamelijke gezondheid geldt dat deze op de GALI-indicator zijn gebaseerd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Dit is een internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking.
Bron: SMAP-data RIVM i.s.m. GGD’en; gebaseerd op de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 van GGD’en, CBS en RIVM.
Download alle definities uit de gezondheidsmonitor in 1 handig Excel document (de gratis voorbeeld download bevat een document met gezondheidsgegevens en dit document bevat de definities).
Download!Download alle definities uit de gezondheidsmonitor in 1 handig Excel document! (het document over de gezondheidsmonitor in de gratis voorbeeld download bevat de definities).
Onderwerp | Definitie | Toelichting |
---|---|---|
Regioaanduiding | De gegevens zijn beschikbaar per regio (Nederland, provincie, gemeente, wijk en buurt). Hierbij zijn de gegevens omgerekend naar de meeste recente gemeentelijke indeling. De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Wijk: Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten. Buurt: Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen. | Gezondheidsmonitor |
Leeftijd | De gegevens voor de Gezondheidsmonitor zijn beschikbaar per leeftijdsgroep (19 jaar of ouder, 19 tot 65 jaar of 65 jaar en ouder). | Gezondheidsmonitor |
Drinker | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat wel eens alcohol drinkt. Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting. Daarom worden de uitkomsten als hele cijfers (dus zonder decimalen) gepresenteerd. | Drankgebruik |
Zware drinker | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat minstens 1 keer per week ten minste vier (voor vrouwen) en zes (voor mannen) glazen alcohol op één dag drinkt. | Drankgebruik |
Overmatige drinker | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat per week meer dan 14 glazen (voor vrouwen) en 21 (voor mannen) glazen alcohol drinkt. | Drankgebruik |
Voldoet aan alcoholrichtlijn | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat geen of maximaal een glas alcohol per dag drinkt. | Drankgebruik |
Overgewicht | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met een BMI van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De body mass index (BMI) is gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht. De BMI is de meest gebruikte maat om (ernstig) overgewicht te definiëren. | Overgewicht |
Obesitas | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met een BMI van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De body mass index (BMI) is gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht. De BMI is de meest gebruikte maat om (ernstig) overgewicht te definiëren. | Overgewicht |
Roker | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat de vraag "Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret. | Overgewicht |
Langdurige ziekte of aandoening | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: "Heeft u één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer". | Lichamelijke gezondheid |
Beperkt vanwege gezondheid | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoord categorie 'ernstig beperkt' of 'wel beperking maar niet ernstig' op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen. | Lichamelijke gezondheid |
Ernstig beperkt vanwege gezondheid | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoord categorie 'ernstig beperkt' op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen. | Lichamelijke gezondheid |
Langdurige ziekte en beperkt | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat aangeeft een langdurige ziekte te hebben én dat aangeeft beperkt te zijn vanwege problemen met de gezondheid. | Lichamelijke gezondheid |
Gehoorbeperking | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in horen. Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat). | Lichamelijke gezondheid |
Gezichtsbeperking | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in zien. Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen). | Lichamelijke gezondheid |
Mobiliteitsbeperking | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 3 vragen naar beperkingen in bewegen. Vragen: Grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg, bijvoorbeeld een volle boodschappentas, 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok). | Lichamelijke gezondheid |
Minstens één beperking | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met minstens een beperking in activiteiten met betrekking tot horen, zien of mobiliteit (functioneringsproblemen), gebaseerd op 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen. Een persoon heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt. Vragen: Gehoorbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat). Gezichtsbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen). Mobiliteitsbeperking: grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg, bijvoorbeeld een volle boodschappentas, 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok). | Lichamelijke gezondheid |
Matig/hoog risico op angst of depressie | Het hebben van een matig of hoog risico op een angststoornis of depressie onder personen van 19 jaar en ouder. Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 'Altijd'; 2 'Meestal'; 3 'Soms'; 4 'Af en toe'; 5 'Nooit' 9 'onbekend' Bij antwoord 1 'altijd' krijg je in dit geval de hoogste score 5, bij antwoord 5 'nooit' krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items missing, krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 items missing wordt de waarde geïmputeerd obv de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie. | Psychische gezondheid |
Hoog risico op angst of depressie | Het hebben van een hoog risico op een angststoornis of depressie onder personen van 19 jaar en ouder. Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 'Altijd'; 2 'Meestal'; 3 'Soms'; 4 'Af en toe'; 5 'Nooit' 9 'onbekend' Bij antwoord 1 'altijd' krijg je in dit geval de hoogste score 5, bij antwoord 5 'nooit' krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items missing, krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 items missing wordt de waarde geïmputeerd obv de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie. | Psychische gezondheid |
Eenzaam | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat zich eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal, een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg, 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met nee, min of meer, ja'. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ‘Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens twee van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items: Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van afzonderlijke personen. | Eenzaamheid |
Ernstig/zeer ernstig eenzaam | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat zich ernstig eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal, een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg, 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met nee, min of meer, ja'. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ‘Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens twee van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items: Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van afzonderlijke personen. | Eenzaamheid |
Goed/zeer goed ervaren gezondheid | Het percentage personen van 19 jaar en ouder met antwoordcategorie 'zeer goed' of 'goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand. | Eenzaamheid |
Sporter | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat minstens een keer per week aan sport doet. | Sporten en bewegen |
Voldoet aan beweegrichtlijn | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen. Voorkom veel stilzitten. | Sporten en bewegen |
Matig/veel regie over eigen leven | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat matig of veel regie over eigen leven ervaart. Dit is gebaseerd op een 7-tal stellingen. Vragenlijst: Deze indicator is gebaseerd op een vraag met 7 stellingen. De antwoorden worden samengevat in een score tussen de 7-35. 7 t/m 19: onvoldoende eigen regie 20 t/m 35: matig of veel regie over eigen leven. Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 'Helemaal mee eens'; 2 'Meestal'; 3 'Niet mee eens, niet mee oneens'; 4 'Niet mee eens'; 5 'Helemaal mee oneens'. Bij antwoord 1 'Helemaal mee eens' krijg je in dit geval de laagste score 1, bij antwoord 5 'Helemaal mee oneens' krijgt de hoogste score 5. Het betreft de volgende stellingen: Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen Ik voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven. Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben. Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af Ik kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet. | Sporten en bewegen |
Moeite met rondkomen | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat moeite heeft met rondkomen. | Sporten en bewegen |
Vrijwilligerswerk | Het percentage personen van 19 jaar en ouder dat de vraag "Doet u vrijwilligerswerk? Hieronder wordt verstaan: werk dat in georganiseerd verband (bijvoorbeeld sportvereniging, kerkbestuur, school) onbetaald wordt uitgevoerd" met 'ja' beantwoordt. | Sporten en bewegen |
Mantelzorger | Het percentage inwoners van 19 jaar en ouder dat mantelzorg geeft (minimaal 8 uur per week en/of langer dan 3 maanden). Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, kind of vriend, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger. | Mantelzorg |
Mantelzorg ontvangen afg 12 mnd (65+) | Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt of heeft ontvangen in de afgelopen 12 maanden. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, kind of vriend, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger. | Mantelzorg |
Mantelzorg ontvangen nu (65+) | Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, kind of vriend, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger. | Mantelzorg |