Gezondheidsgegevens per gemeente, wijk en buurt obv de gezondheidsmonitor van het RIVM

Hoe staat het met de volksgezondheid en zorg in Nederland en wat zijn de verschillen per gemeente, wijk en buurt?

Daarover geven de cijfers in de datasets uit de gezondheidsmonitor een beeld. Op AlleCijfers vind je de resultaten uit de gezondheidsmonitor op de pagina met alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor en op de regionale pagina's met meer dan 40 onderwerpen uit de gezondheidsmonitor voor Nederland, per provincie, gemeente, wijk en buurt. Via de webiste van OpenInfo.nl kan de data uit de gezondheidsmonitor ook in handige Excel documenten gedownload worden.

Tabel met definities van alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor:

Definities van alle onderwerpen uit de gezondheidsmonitor data van het RIVM per gemeente, woonplaats, wijk en buurt. Bekijk de definities per onderwerp in onderstaande tabel:

OnderwerpCategorieDefinitie
Goed/zeer goed ervaren gezondheidAlgehele gezondheidPercentage personen met antwoordcategorie ’zeer goed’ of ’goed’ op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand.
Niet-specifieke klachtenAlgehele gezondheidHeeft de huisarts bezocht voor 1 of meer klachten in het afgelopen jaar. Het betreft de volgende klachten: Moeheid Buik- of maagklachten Misselijkheid Diarree of verstopping Irritatie aan het oog Oorklachten Hartkloppingen Nek- of schouderklachten Rugklachten Pijn of druk op de borst Klachten aan arm/elleboog/hand/pols Klachten aan been/heup/knie/voet Spierpijn Hoofdpijn Tintelingen in vingers voeten of tenen Duizeligheid of licht in het hoofd Angstig/nerveus/gespannen gevoel Depressief gevoel Plotselinge (hevige) stress of crisis Prikkelbaar/boosheid Geheugen- of concentratieproblemen Slaapproblemen Benauwd of kortademig in rust (zonder inspanning) Hoesten Klachten aan de neus (bijv. vaak niezen prikkelend gevoel of regelmatig verstopte neus) Huidproblemen (bijv. jeuk uitslag of rode plekken) Verandering in gewicht Overgevoeligheid voor licht of geluid Keelpijn Verlies van reuk of smaak Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
Eén of meer langdurige aandoeningenLichamelijke gezondheidPercentage personen met de antwoordcategorie ’ja’ op de vraag: Heeft u één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer.
Beperkt vanwege gezondheidLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft (ernstig) beperkt te zijn in het dagelijks leven vanwege problemen met de gezondheid (de antwoord categorie ’ernstig beperkt’ of ’wel beperking maar niet ernstig’ op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen).
Ernstig beperkt vanwege gezondheidLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft ernstig beperkt te zijn in het dagelijks leven vanwege problemen gezondheid (de antwoord categorie ’ernstig beperkt’ op de vraag naar de mate waarin iemand vanwege problemen met zijn gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen. ).
Langdurige ziekte en beperktLichamelijke gezondheidPercentage personen dat aangeeft een langdurige ziekte te hebben én dat aangeeft beperkt te zijn vanwege problemen met de gezondheid. De internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Dit is een internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking.
Psychische klachtenPsychische gezondheidPercentage personen dat aangeeft psychische klachten te hebben. Het hebben van psychische klachten is gemeten met de Mental Health Inventory 5 (MHI-5). De MHI-5 is een internationale standaard voor een specifieke meting van de mentale gezondheid bestaande uit vijf vragen. De MHI-5 is feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 (SF-36) een uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen vier weken voelde. Gevraagd is: - Voelde je je erg zenuwachtig? - Voelde je je kalm en rustig? - Voelde je je neerslachtig en somber? - Voelde je je gelukkig? - Zat je zo erg in de put dat niets je kon opvrolijken? Iedere vraag heeft de volgende zes antwoordcategorieën: voortdurend – meestal – vaak – soms – zelden – nooit. Op basis van deze vijf vragen wordt een somscore berekend welke loopt van 0 (zeer ongezond) t/m 100 (perfect gezond). Voor de cijfers die hier zijn gepresenteerd afkomstig uit de Gezondheidsmonitors is een respondent gekwalificeerd als psychisch ongezond oftewel het hebben van psychische klachten bij een MHI-5 score van minder dan of gelijk aan 60. Het CBS gebruikt een ander afkappunt voor het presenteren van cijfers afkomstig uit de CBS Gezondheidsenquête en kwalificeert respondenten als het hebben van psychische klachten bij een score van minder dan 60. Met dit verschil dient rekening te worden gehouden bij het vergelijken van de MHI-5 resultaten afkomstig van deze beide bronnen. Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
(Zeer) lage veerkrachtPsychische gezondheidPercentage personen dat aangeeft een (zeer) lage veerkracht te hebben. Veerkracht is gemeten met de volgende 5 uitspraken over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde uit de Nederlandse vitaliteitsmeter VITA-16: - Ik kan heel goed omgaan met tegenslagen - Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties - Na een moeilijke periode ben ik snel weer de oude - Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden - Elke ervaring in het leven maakt mij sterker Elke uitspraak had de volgende antwoordmogelijkheden: Zelden – Soms - Af en toe – Regelmatig – Meestal – Bijna altijd – Altijd. Hierbij krijgt ’Zelden’ een score van 1 en ’Altijd’ een score van 7. Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend: - Score van lager dan 3 8 is lage veerkracht - Score van 3 8 tot 5 4 is gemiddelde veerkracht - Score van 5 4 of hoger is hoge veerkracht Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
(Zeer) hoge veerkrachtPsychische gezondheid(Zeer) hoge veerkracht Percentage personen dat aangeeft een (zeer) hoge veerkracht te hebben. Veerkracht is gemeten met de volgende 5 uitspraken over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde uit de Nederlandse vitaliteitsmeter VITA-16: - Ik kan heel goed omgaan met tegenslagen - Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties - Na een moeilijke periode ben ik snel weer de oude - Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden - Elke ervaring in het leven maakt mij sterker Elke uitspraak had de volgende antwoordmogelijkheden: Zelden – Soms - Af en toe – Regelmatig – Meestal – Bijna altijd – Altijd. Hierbij krijgt ’Zelden’ een score van 1 en ’Altijd’ een score van 7. Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend: - Score van lager dan 3 8 is lage veerkracht - Score van 3 8 tot 5 4 is gemiddelde veerkracht - Score van 5 4 of hoger is hoge veerkracht Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
Suïcide gedachten laatste 12 maandenPsychische gezondheidHeeft de laatste 12 mnd er een enkele keer tot heel vaak serieus over gedacht een eind te maken aan diens leven Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
Hoog risico op angst of depressiePsychische gezondheidPercentage met een hoog risico op een angststoornis of depressie/ Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Altijd’; 2 ’Meestal’; 3 ’Soms’; 4 ’Af en toe’; 5 ’Nooit’ 9 ’onbekend’ Bij antwoord 1 ’altijd’ krijg je in dit geval de hoogste score 5 bij antwoord 5 ’nooit’ krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items Impossible krijgt de indicator de waarde Impossible. Bij 1 of 2 items Impossible wordt de waarde geïmputeerd o.b.v. de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie. Indicator code: GGADA203 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
Matig/hoog risico op angst of depressiePsychische gezondheidHet hebben van een matig of hoog risico op een angststoornis of depressie onder personen van 18 jaar en ouder. Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De antwoorden worden samengevat in een score. Vragenlijst: Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Altijd’; 2 ’Meestal’; 3 ’Soms’; 4 ’Af en toe’; 5 ’Nooit’ 9 ’onbekend’ Bij antwoord 1 ’altijd’ krijg je in dit geval de hoogste score 5 bij antwoord 5 ’nooit’ krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer items missing krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 items missing wordt de waarde geïmputeerd obv de gemiddelde score op dat item) De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken? Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? Hoe vaak voelde u zich hopeloos? Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig minderwaardig of waardeloos? De antwoorden op de K10 worden samengevat in een score tussen de 10-50. 10 t/m 15: geen of laag risico 16 t/m 29: matig risico 30 t/m 50: hoog risico op een angststoornis of depressie.
(Heel) veel stress in afgelopen 4 wekenPsychische gezondheidPercentage personen dat de afgelopen 4 weken (heel) veel stress heeft ervaren.
RokerRokenPercentage personen dat de vraag ‘Rookt u weleens?’ beantwoordt met ‘ja’ exclusief elektronische sigaretten.
Voldoet aan alcoholrichtlijnAlcoholgebruikPercentage personen dat geen of maximaal één glas alcohol per dag drinkt.
DrinkerAlcoholgebruikPercentage personen dat wel eens alcohol drinkt.
Zware drinkerAlcoholgebruikPercentage personen dat minstens 1 keer per week ten minste vier (voor vrouwen) en zes (voor mannen) glazen alcohol op één dag drinkt.
Overmatige drinkerAlcoholgebruikPercentage personen dat per week meer dan 14 glazen (voor vrouwen) en 21 (voor mannen) glazen alcohol drinkt.
OndergewichtGewichtPercentage personen met een BMI van minder dan 18 5 kg/m2 gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De body mass index (BMI) is gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht. De BMI is de meest gebruikte maat om onder- of overgewicht te definiëren. Het is het quotiënt van het gewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2].
Normaal gewichtGewichtPercentage personen met een BMI vanaf 18 5 tot 25 0 kg/m2.
OvergewichtGewichtPercentage personen met een BMI van 25 0 kg/m2 en hoger.
Ernstig overgewichtGewichtPercentage personen met een BMI van 30 0 kg/m2 en hoger.
Voldoet aan beweegrichtlijnSporten en bewegenPercentage personen dat voldoet aan de beweegrichtlijn. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 150 minuten per week matig intensieve inspanning te verrichten verspreid over diverse dagen zoals wandelen en fietsen en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen. Voorkom veel stilzitten. In de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020 is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health enhancing physical activity (SQUASH) opgenomen. Deze vragenlijst is ontwikkeld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie duur en intensiteit van de diverse deelvormen van lichamelijke activiteit.
Wekelijkse sportersSporten en bewegenPercentage personen dat minimaal 1 keer per week aan sport doet.
Lopen en/of fietsen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week lopend en/of fietsend naar school of werk gaat.
Lopen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week lopend naar school of werk gaat.
Fietsen naar school of werkSporten en bewegenPercentage personen van 18 tot 65 jaar dat (deels) één of meer dagen per week fietsend naar school of werk gaat.
GehoorbeperkingGezondheidsbeperkingenPercentage personen met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in horen (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat).
GezichtsbeperkingGezondheidsbeperkingenPercentage personen met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen).
MobiliteitsbeperkingGezondheidsbeperkingenPercentage personen met de antwoordcategorie ’ja met grote moeite’ of ’nee dat kan ik niet’ op minstens 1 van de vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator). Vragen: Grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg bijvoorbeeld een volle boodschappentas 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok).
Eén of meer lichamelijke beperkingenGezondheidsbeperkingenPercentage personen met minstens één beperking op het gebied van horen zien of mobiliteit (functioneringsproblemen). Er zijn 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen. Een persoon heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met ’kan niet’ of ’met grote moeite’ antwoordt. Vragen: Gehoorbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn een gesprek te volgen met één andere persoon; of in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat). Gezichtsbeperking: grote moeite met of niet in staat zijn de kleine letters in de krant te lezen; of op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand te herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen). Mobiliteitsbeperking: grote moeite of niet in staat een voorwerp van 5 kg bijvoorbeeld een volle boodschappentas 10 meter te dragen; bukken en iets van de grond te pakken; of 400 meter aan een stuk te lopen zonder stil te staan (zonodig met stok).
EenzaamSociale aspectenPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: ”Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u zoals u de laatste tijd bent van toepassing is?” met de toelichting ”U kunt antwoorden met nee min of meer ja”. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ”Ik mis een echte goede vriend of vriendin”. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ”Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht”. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen. Indicator code: GGEES217 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
Ernstig/zeer ernstig eenzaamSociale aspectenPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich ernstig eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Vragenlijst: De eenzaamheidsschaal die gebruikt is is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen de eenzaamheidsschaal (Gierveld-de Jong & van Tilburg 2007). De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: ”Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u zoals u de laatste tijd bent van toepassing is?” met de toelichting ”U kunt antwoorden met nee min of meer ja”. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ”Ik mis een echte goede vriend of vriendin”. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ”Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht”. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen. Indicator code: GGEES209 Let op: de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.
Emotioneel eenzaamSociale aspectenPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich emotioneel eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”. Niet eenzaam: score 0-2 Matig eenzaam: score 3-8 Ernstig eenzaam: score 9-10 Zeer ernstig eenzaam: score 11 De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen.
Sociaal eenzaamSociale aspectenPercentage personen van 18 jaar en ouder dat zich sociaal eenzaam voelt. Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal een vragenlijst om eenzaamheid te meten en bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ”ernstig eenzaam”.
Matig/veel regie over eigen levenSociale aspectenHet percentage personen van 18 jaar en ouder dat matig of veel regie over eigen leven ervaart. Dit is gebaseerd op een 7-tal stellingen. Vragenlijst: Deze indicator is gebaseerd op een vraag met 7 stellingen. De antwoorden worden samengevat in een score tussen de 7-35. 7 t/m 19: onvoldoende eigen regie 20 t/m 35: matig of veel regie over eigen leven. Iedere vraag heeft 5 antwoordcategorieën: 1 ’Helemaal mee eens’; 2 ’Meestal’; 3 ’Niet mee eens niet mee oneens’; 4 ’Niet mee eens’; 5 ’Helemaal mee oneens’. Bij antwoord 1 ’Helemaal mee eens’ krijg je in dit geval de laagste score 1 bij antwoord 5 ’Helemaal mee oneens’ krijgt de hoogste score 5. Het betreft de volgende stellingen: Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen Ik voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven. Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben. Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af Ik kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet.
Moeite met rondkomenSociale aspectenPercentage personen dat moeite heeft met rondkomen.
Ernstige geluidhinder door burenSociale aspectenPercentage personen van 18 jaar en ouder dat ernstige geluidhinder ervaart door buren.
Mist emotionele steunSociale aspectenPercentage personen dat aangeeft emotionele steun te missen. Gemis aan emotionele steun is gemeten met een aangepaste versie van de gebrek aan emotionele steun subschaal van de Sociale Steun Lijst - Discrepanties (SSL-D) bestaande uit 8 vragen. Gevraagd is: Mist u dat de mensen waarmee u omgaat… - u een steuntje in de rug geven? - u opvrolijken / opmonteren? - u een duwtje in de goede richting geven? - u goede raad geven? - u zeggen dat u moet volhouden? - u troosten? - u helpen uw problemen te verhelderen? - u geruststellen? Iedere vraag heeft de volgende antwoordcategorieën: Ja mis ik - Niet echt maar iets vaker zou prettig zijn - Nee precies goed zo - Nee gebeurt nu te vaak. Voor elk van deze vragen wordt een score berekend van 0-3 welke worden opgeteld tot een totaal score van 8-24. Een totaalscore van 19 of hoger is hierbij geclassificeerd als het missen van emotionele steun. Cijfers over 2012 2016 en 2020 zijn niet beschikbaar.
VrijwilligerswerkSociale aspectenPercentage personen dat de vraag ”Doet u vrijwilligerswerk? Hieronder wordt verstaan: werk dat in georganiseerd verband (bijvoorbeeld sportvereniging kerkbestuur school) onbetaald wordt uitgevoerd” met ’ja’ beantwoordt.
MantelzorgerSociale aspectenPercentage personen dat mantelzorg geeft. De mantelzorg moet daarbij al minimaal 3 maanden duren of het moet gaan om minimaal 8 uur zorg per week. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.
Mantelzorg ontvangen afg 12 mnd (65+)Sociale aspectenAlleen beschikbaar in de gezondheidsmonitor uit 2016: Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt of heeft ontvangen in de afgelopen 12 maanden. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.
Mantelzorg ontvangen nu (65+)Sociale aspectenAlleen beschikbaar in de gezondheidsmonitor uit 2016: Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat mantelzorg ontvangt. Mantelzorg is zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn of haar omgeving zoals een partner kind of vriend als deze persoon voor langere tijd ziek hulpbehoevend of gehandicapt is. De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen wassen en aankleden gezelschap houden vervoer geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Een vrijwilliger vanuit een vrijwilligerscentrale is geen mantelzorger.

Advertentie:

Achtergrond informatie bij de tabel:

De gebruikte dataset bevat geschatte percentages over indicatoren gerelateerd aan gezondheid, sociale situatie en leefstijl op gemeente-, wijk- en buurtniveau. Omdat er vaak te weinig respondenten per wijk of buurt zijn, is dit door het RIVM gedaan op basis van een modelberekening, de zogenaamde kleine-domeinschattingen. Het kan voorkomen dat de cijfers afwijken van cijfers op basis van de gezondheidsmonitor, die elders worden gepresenteerd. Dit omdat ze volgens een andere methode berekend zijn. Voor de alle onderwerpen geldt dat de percentages zijn gebaseerd op een modelmatige schatting.

De respons op de gezondheismonitors verschilde sterk naar regio en naar leeftijdsgroep (volwassenen versus ouderen). De steekproefomvang verschilde sterk tussen de GGD’en en ook binnen GGD-regio’s zijn soms per deelgebied (bijvoorbeeld wijken of buurten) verschillende steekproeffracties gebruikt. Dit is gedaan om ook uitspraken te kunnen doen op bijvoorbeeld wijkniveau en om ook onder moeilijk bereikbare groepen voldoende aantallen respondenten te behalen. In de monitor uit 2016 zijn personen vanaf 19 jaar meegenomen, in de monitor uit 2020 zijn dit personen vanaf 18 jaar. In de definities is steeds sprake van 18 jaar of ouder, voor de data uit 2016 moet hier 19 jaar of ouder gelezen worden.

De gegevens zijn beschikbaar per regio (Nederland, provincie, gemeente, wijk en buurt). Hierbij zijn de gegevens omgerekend naar de meeste recente gemeentelijke indeling.

Bron: SMAP-data RIVM i.s.m. GGD'en; gebaseerd op de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 en 2020 van GGD'en, CBS en RIVM.

Tabelgebruik:

  • Zoek in de tabel met het zoekveld rechts bovenin de tabel. De rijen van de tabel worden hiermee gefilterd zodat alleen rijen waar de zoekterm in voorkomt getoond worden.
  • Sorteer de inhoud van de tabel door op de kolomtitels te klikken.
  • Blader door de tabel met de knoppen rechtsonder de tabel.
  • Op kleine schermen: Verschuif de tabel horizontaal om alle kolommen te zien (de 1e kolom blijft vast in beeld staan).
Bronnen
Logo van het RIVM als belangrijke partij bij de publicatie van de gezondheidsmonitors. Het RIVM maakt voor de publicatie van data gebruik van de APIs van het CBS. Deze pagina bevat een tabel met de definities  van de onderwerpen uit de gezondheidsmonitors.

Logo van het RIVM als belangrijke partij bij de publicatie van de gezondheidsmonitors. Het RIVM maakt voor de publicatie van data gebruik van de APIs van het CBS. Deze pagina bevat een tabel met de definities van de onderwerpen uit de gezondheidsmonitors.

Interessant? Blijf op de hoogte!

Ontvang een e-mail als de informatie is bijgewerkt. Maximaal 2 per jaar en niets anders dan dat.

Inschrijven
Bedankje voor "alle cijfers"

Jouw steun in de vorm van een donatie (bijvoorbeeld voor een kopje koffie) of het verder bekend maken van AlleCijfers door deze pagina met anderen te delen is van harte welkom!

Inspireer anderen en deel deze pagina:
Deel deze pagina: