Scheikunde eindexamens: cijfers, N-termen en onvoldoendes

Aantal examenkandidaten scheikunde

In 2023 hebben 45.900 leerlingen examen in scheikunde gedaan.

Scheikunde, gemiddeld aantal examenkandidaten per soort opleiding:

• Jaarlijks doen gemiddeld 8.814 leerlingen op de VMBO Gemengde & Theoretische leerweg examen in scheikunde.
• Jaarlijks doen gemiddeld 17.879 HAVO leerlingen examen in scheikunde.
• Jaarlijks doen gemiddeld 21.132 VWO leerlingen examen in scheikunde.

Scheikunde: gemiddelde cijfers per jaar

In 2023 was 6,50 het gemiddelde cijfer voor het scheikunde examen.

Scheikunde, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het meerjarig gemiddelde cijfer voor het examen scheikunde door leerlingen op de VMBO Gemengde & Theoretische leerweg is 6,40.
• Het meerjarig gemiddelde cijfer voor het examen scheikunde door HAVO leerlingen is 6,34.
• Het meerjarig gemiddelde cijfer voor het examen scheikunde door VWO leerlingen is 6,63.

N-term scheikunde per jaar

De gemiddelde N-term bij scheikunde was 1,30 in 2023.

Scheikunde, N-term gemiddeld over de examenjaren 2000 tot en met 2023 per opleiding:

• De n-term voor het VMBO Gemengde & Theoretische examen scheikunde was gemiddeld 1,00.
• De n-term voor het HAVO examen scheikunde was gemiddeld 1,15.
• De n-term voor het VWO examen scheikunde was gemiddeld 1,33.

Scheikunde: percentage onvoldoendes per jaar

Het percentage onvoldoendes bij scheikunde was 23% in 2023.

Scheikunde, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het percentage onvoldoendes voor het VMBO Gemengde & Theoretische examen scheikunde was gemiddeld 19%.
• Het percentage onvoldoendes voor het HAVO examen scheikunde was gemiddeld 22%.
• Het percentage onvoldoendes voor het VWO examen scheikunde was gemiddeld 18%.

Aantal examenkandidaten het vak scheikunde 1

In 2009 hebben 10.345 leerlingen examen in het vak scheikunde 1 gedaan.

Scheikunde 1, gemiddeld aantal examenkandidaten per soort opleiding:

• Jaarlijks doen gemiddeld 8.442 VWO leerlingen examen in het vak scheikunde 1.

Scheikunde 1: gemiddelde cijfers per jaar

In 2009 was 6,20 het gemiddelde cijfer voor het scheikunde 1 examen.

Scheikunde 1, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het meerjarig gemiddelde cijfer voor het examen scheikunde 1 door VWO leerlingen is 6,29.

N-term scheikunde 1 per jaar

De gemiddelde N-term bij scheikunde 1 was 1,60 in 2009.

Scheikunde 1, N-term gemiddeld over de examenjaren 2002 tot en met 2009 per opleiding:

• De n-term voor het VWO examen scheikunde 1 was gemiddeld 0,96.

Scheikunde 1: percentage onvoldoendes per jaar

Het percentage onvoldoendes bij scheikunde 1 was 29% in 2009.

Scheikunde 1, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het percentage onvoldoendes voor het VWO examen scheikunde 1 was gemiddeld 24%.

Aantal examenkandidaten het vak scheikunde 12

In 2009 hebben 8.973 leerlingen examen in het vak scheikunde 12 gedaan.

Scheikunde 12, gemiddeld aantal examenkandidaten per soort opleiding:

• Jaarlijks doen gemiddeld 7.440 VWO leerlingen examen in het vak scheikunde 12.

Scheikunde 12: gemiddelde cijfers per jaar

In 2009 was 6,50 het gemiddelde cijfer voor het scheikunde 12 examen.

Scheikunde 12, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het meerjarig gemiddelde cijfer voor het examen scheikunde 12 door VWO leerlingen is 6,56.

N-term scheikunde 12 per jaar

De gemiddelde N-term bij scheikunde 12 was 1,30 in 2009.

Scheikunde 12, N-term gemiddeld over de examenjaren 2002 tot en met 2009 per opleiding:

• De n-term voor het VWO examen scheikunde 12 was gemiddeld 0,85.

Scheikunde 12: percentage onvoldoendes per jaar

Het percentage onvoldoendes bij scheikunde 12 was 23% in 2009.

Scheikunde 12, gemiddelde cijfers over de examenjaren per soort opleiding:

• Het percentage onvoldoendes voor het VWO examen scheikunde 12 was gemiddeld 21%.

Definities en gebruikte bronnen

Definities:

N-term

De N-term is een variabele die bij alle eindexamenvakken wordt gebruikt om de moeilijkheidsgraad van een examen te compenseren. N-term staat voor ‘normeringsterm’. Bij het opstellen van een eindexamen wordt geprobeerd om een examen te maken dat vergelijkbaar is met voorgaande jaren qua moeilijkheid. Om ervoor te zorgen dat leerlingen niet benadeeld worden door een moeilijk examen of juist een oneerlijk voordeel krijgen bij een makkelijk examen, wordt de N-term toegepast.

De N-term is een getal tussen de 0,0 en 2,0 (meestal afgerond op één decimaal), waarbij 1,0 als norm wordt genomen. Bij een moeilijker examen kan een hogere N-term worden toegekend, hiermee worden de behaalde scores iets verhoogd. Bij een makkelijker examen kan een lagere N-term worden toegekend, bijvoorbeeld 0,8 of 0,9. Dit zal de behaalde scores van de leerlingen iets verlagen.

Gebruikte datasets:

De gebruikte data komen van Stichting Cito. Zij voeren in opdracht van het CvTE jaarlijks een analyse uit op de gemaakte examens. Deze analyse wordt opgeleverd in een examenverslag met de behaalde resultaten op het VMBO, de HAVO en het VWO. De data die voor deze pagina is gebruikt is door Stichting Cito als open data gepubliceerd.

CvTE staat voor College voor Toetsen en Examens. Het is een onafhankelijk orgaan in Nederland dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling, vaststelling en kwaliteitsborging van de centrale examens in het voortgezet onderwijs.